De allesbeslissende vraag aan Tom Dumoulin
- Posted by Frank Heinen
- On 14 juni 2015
- 0 Comments
- HP/De Tijd, Tom Dumoulin, Tour de France, Tour de Suisse
Bovenstebeste Tom Dumoulin,
Toen je zaterdag de proloog van de Ronde van Zwitserland won, zat ik niet voor de tv. Dat zou je desinteresse kunnen noemen, ik noem het liever blind vertrouwen. Ik had die startlijst eens bestudeerd, voor de zekerheid nog even de woordcombinatie “tony martin” gecontrol-F’d en toen dat niets opleverde, ging ik gerustgesteld in de zon zitten.
Kon niets mis gaan, dacht ik, en verdomd: er ging niets mis.
Later die avond zag ik de beelden van jou op het Sportjournaal: eerst nog onverstoorbaar glad Zwitsers asfalt onder je weg malend op een manier dat je bijna zelf zin kreeg om wat glad Zwitsers asfalt te gaan zitten wegmalen en daarna op het podium tussen twee stralende Zwitserinnen.
Je droeg geel en je kon het hebben. Een hele opluchting, want daar staat of valt het allemaal mee: niet iedereen staat geel, het is een kleur waar je een hoofd voor moet hebben. Armstrong had zo’n hoofd, Hinault ook heel erg en Indurain zag er zonder geel gewoon gek uit. Aan anderen in geel, zoals Riis of Voeckler, heb ik nooit kunnen wennen. Iemand als Carlos Sastre zag er in zijn maillot jaune uit als een slachtoffer van een cyclostylist met een inzinking en Boogerd in het geel was al helemaal geen gezicht geweest: te fel, zeker in combinatie met dat gebit. Maar Tom Dumoulin in het geel, dat deugt. Vergelijk het met het inrichten van je huis: je kunt urenlang schuiven met de bank – voor het raam, met de rug naar de deur, in de hoek, overdwars, ondersteboven, maar pas als er iemand met gevoel voor smaak binnenkomt en die bank een slag zijwaarts duwt, kun je je opeens niet meer voorstellen dat hij ooit anders heeft gestaan.
0 Comments